Vanmorgen was een rustig ontwaken voor iedereen, terwijl Rob Rob nog zo verzekerd had dat we nu echt in dat ritme zaten van opstaan om 7.00. Welnu, ergens op de aardbol was het vast bijna 7.00 toen wij om 8.45 wakker werden. Rob was al lang en breed naar zijn werk, maar de rest van de twee families begon de morgen rustig aan.
Nadat iedereen ready was (krijg 3 (bijna-) tienermeiden maar eens uit een luxe badkuip met jetstreams), stouwden we de auto weer vol met ons zevenen en gingen we op weg naar Paratutu. Deze rots is toch wel een van de highlights van New Plymouth en je kunt ‘m ook niet missen want hij ligt aan de zee. Het is in feite een klein restant van een vulkaan die beklommen kan worden. Deels zijn er treden gemaakt met behulp van houten schotten, maar als de “tree-hoogte” 50 cm is, ben je toch al aardig aan het klimmen. Daarnaast zijn er stalen kabels in de rotsen aangebracht op steile stukken waar je op het pad loopt, zodat je op die manier jezelf omhoog kunt hijsen.
Een nadeel dat wij hadden was dat de wind nog steeds enorm sterk was. Liam probeerde Jamie en Nikki wijs te maken dat dit tornado-kracht was maar stormkracht was het zonder twijfel. Vanwege de gigantische wind (van vlagen was geen sprake want het ging constant door), besloten we het laatste stuk, dat nog steiler en onbeschutter omhoog ging, niet op te gaan. Daardoor konden we Mount Taranaki niet van die hoogte bekijken maar New Plymouth en de krijtrotsen verder noordwaarts langs de kust zeker wel. Prachtig, en als we ooit de kans krijgen, zullen we het wel eens met rustiger weer tot de top proberen.
Hierna heeft Mary ons als een volleerd gids rondgereden langs de vele mooie plekjes die er te zien zijn, maar hebben we het vanuit de veilige beschutting van de auto bekeken. Nog snel een bezoekje aan een supermarkt van een keten die we nog niet van binnen gezien hadden (Countdown, voor de echte Kiwi-kenners) en we waren weer thuis voor de lunch.